17 november t/m 3 december 2015
Dinsdag 17 november
Brussel, 16.40uur : we vertrekken met vier te volle koffers richting Casablanca.
Om 16.40 uur vertrokken we met vier te volle koffers vanaf Brussel richting Casablanca. Daar hebben we een overstap van vijf uur! Een hele zit die we met onze mobiel hebben gevuld…. In het volgende vliegtuig kunnen we liggen en slapen over drie stoelen. Om 4 uur ’s morgens landden we op ‘Lungi International Airport’ in Sierra Leone.
Woensdag 18 november
Bij de douane zal Simon ons halen, maar later blijkt dat hij dacht dat we ’s middags zouden aankomen. Gelukkig mogen we, na getemperatuurd te zijn en onze inentingskaart te hebben getoond, met een kopie van de visa door de douane. We krijgen Simon niet te pakken. Om 6.30 uur zijn we uiteindelijk met een taxi naar Sam en Josefien gegaan, een predikanten- echtpaar dat Marja gelukkig kende van haar vorige reizen naar Sierra Leone. We worden hartelijk ontvangen en hebben daar ontbeten. Nadat we Simon te pakken hebben gekregen, zijn we naar de haven gebracht, waar hij ons ophaalde met een boot van zijn werk. Op de scheepswerf van Holland Shipyards hebben we eerst koffie gedronken, daarna heeft Simon ons door het drukke verkeer van Freetown naar de andere kant van de stad gebracht. In het huis van Holland Shipyards, waar Simon woont als hij in Sierra Leone werkt, kregen wij een eigen slaapkamer met badkamer. ’s Avonds heeft Simon voor ons gekookt en hebben we samen gegeten.
Donderdag 19 november
Na gewekt te zijn door kippen en blaffende honden, krijgen we van Palaga, de bewaker, een Engels ontbijt.
Isata en Isatu, twee alleenstaande moeders die in het bestuur van de Foundation zitten, onze stichting in Sierra Leone, komen ons bezoeken. Isata is naaister en wil in de toekomst graag naailessen gaan geven. Zij kan goed met vrouwen overleggen en microkredieten organiseren. Hierbij komt heel wat kijken: contact maken, huisbezoek afleggen, plan maken, controleren en helpen bij het uitwerken van het plan… Dit hebben we ons niet gerealiseerd. De oude microkredieten zijn tijdens de hongersnood gedurende de ebola-epidemie ‘opgegeten’ of zijn meegenomen bij de vlucht voor het ebola-virus.
Isatoe heeft een klein winkeltje voor elektriciteits-producten en verhuurt daar ook trouwjurken. Zij zet zich ook in voor de vrouwenprojecten en sociale programma’s.
Nadat we veel over de projecten hebben gepraat, zijn we boodschappen gaan doen. De prijzen worden tot onze verbazing voor ons meer dan verdubbeld, omdat we blank zijn !! ’s Middags heeft Isata voor ons gekookt: vis inclusief de koppen, witte rijst en cassave- bladeren. Dit alles werd in palmolie gebakken.
Om vijf uur zijn we met Simon naar de wijk Wilberforce in Freetown gegaan. Hier zijn we in het ziekenhuis gaan kijken naar spullen die we eerder van Abrona (=is een christelijke organisatie voor dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking.) hadden gekregen en hier gebruikt worden. Hier vlakbij is ook één van de door ons gesponsorde waterputten. Dit is de diepst gegraven waterput van onze stichting en deze mag niet de hele dag door gebruikt worden. Tijdens de rustperiode kan hij zich weer vullen met water. Doe je dit niet, dan droogt de bodem van in de put uit, worden de wanden en de bodem hard en droogt de put op. De waterput is normaal ’s morgens geopend voor de kinderen van de school. Zij kunnen dan water drinken en zich te wassen om cholera tegen te gaan. Daarna gaat de pomp op de put weer op slot, zodat het water op niveau kan komen. Helaas is was de pomp vorige week kapot gegaan, want op een nacht was het slot van de pomp opengebroken: mensen wilden water, maar hadden geen geld om het te kopen. De pomp moet nu eerst hersteld worden en daarna moet er een beter slot op komen!
Vrijdag 20 december
Vincent, de voorzitter van de Foundation, neemt ons vandaag mee om ons rond te leiden. We zijn met de pick-up naar de stad Waterloo gegaan. Isata gaat ook mee. Eerst hebben we wat van de meegenomen kleren uitgedeeld. Daarna zijn we naar het Womans project in Waterloo gegaan. Op het stuk grond waar de waterput en de container die de vrouwen gebruiken voor hun projecten, staat, hebben ze veel last van indringers. Eigenlijk moet er een omheining komen, maar daar is geen geld voor. De waterput doet het prima, maar de bruidsshop is er niet meer. De bruidsjurken zijn voorlopig opgeslagen omdat de container nu in gebruik is om de vele ebola-wezen onderwijs te geven. In de container zitten rond de 50 kleuters opeengepakt en onder zeiltjes die aan de buitenkant gespannen waren, zaten de oudere kinderen in twee groepen.
De vrouwen hebben het over 300 wezen, maar omdat kinderen hier ook door opa en oma worden opgevoed, zijn er ook kinderen bij die hun ouders nog wel hebben, maar hun grootouders hebben verloren. De vrouwen van het Womans project zijn op zoek naar de ouders van de ‘opa en oma-wezen’. Er is maar één gammel schoolbord beschikbaar en voor de oudere kinderen een bankje om op te zitten. Verder is er geen ander materiaal beschikbaar dan de stok waarmee de kleuterjuf sloeg als de kinderen niet luisterden. Drie leerkrachten gaven hier onbetaald les aan alle kinderen.
Daarna zijn we naar ‘onze’ grond gereden. Hier zijn de arbeiders hard aan het werk om het openbare toilet af te maken. Aan het guesthouse wordt ook hard gewerkt, want hierin moet ook een kamer voor ons ‘verplichte’ kantoor komen. De regering heeft namelijk bepaald dat een stichting een eigen kantoor in Sierra Leone moet hebben.
De waterput, die hier is geslagen, doet het goed. Het stuk land heeft deels een helling naar beneden. Onder aan de heuvel, nog net op ons stuk grond, ontspringt een bron. Nu al blijkt dat de aanschaf van dit stukje land een goed investering is geweest. De palen voor de omheining zijn geslagen en twee containers met spullen staan hier opgeslagen. In één container staan de houtbewerkingsmachines voor de technische werkplaats die we hier willen gaan realiseren. Maar eerst moet het guesthouse af.
Alles heeft vertraging, omdat er tijdens de ebola-uitbraak niet gereisd en dus ook niet gebouwd mocht worden. In de toekomstige kamers van het guesthouse staat het onkruid wel een meter hoog. We hebben kennis gemaakt met Mr. Bangura, de opzichter van het landbouwproject. Samen met voorzitter Vincent houdt hij de voortgang van de bouw in de gaten. Ook hebben we kennis gemaakt met de jonge dominee Elmani, die het vijfde bestuurslid is van de Foundation. (Naast Vincent, Simon, Isata en Isatoe)
Zaterdag 21 november
Met Vincent en Isata gaan we weer naar het Womansproject in Waterloo. Hier spreken we met de vrouwen en de twee mannelijke adviseurs van dit project. De hoofdmeester notuleert. Als hulp hebben we het microkrediet-systeem uitgelegd en aangeboden. Isata zal dit gaan coördineren.
Daarna zijn we naar het vissersdorpje Tombo gegaan, met leuke bootjes en veel stank en veel troep in de zee.
Om terug te komen bij ons huis moeten we via Freetown rijden. Dit is een drama: één en al file! ’s Avonds heeft Simon gekookt. Dat kan hij goed en Vincent at mee.
Zondag 22 november
Vanochtend gaan we naar de kerk: een dienst van tweeëneenhalf uur. De mensen hier nemen de tienden heel letterlijk. Ook al ben je arm en heb je bijna niet te eten, je geeft een tiende van wat je verdiend hebt die week aan de kerk. Daarnaast zijn er nog verschillende andere doelen waarvoor gecollecteerd wordt en tot slot is er het verzoek om een extra bijdrage te geven voor Kerst!
’s Middags zijn we naar het strand gegaan. Wat een rust aan het strand, met een warme zee en palmbomen. Wat een contrast met de stad! Op straat is er altijd herrie en alles moet hard: muziek, toeteren zelfs de geluidsversterking in de kerk met een hard schreeuwende dominee bij de preek.
Toen we thuis kwamen, was er geen water, konden we ook eens meemaken hoe dat was. Want in het huis hadden wij het erg luxe!
Maandag 23 november
Om elf uur gaan we naar Holland Shipyards. Na een broodje te hebben gegeten, waar een kakkerlak uit het doosje kroop toen we het op hadden… gaan we met de pick-up van de Foundation op weg naar Yele. We zijn geladen met de gekregen sportkleding van de voetbalclub uit Erica en met de brillen van Van Dam brillen uit Bodegraven.
Yele ligt zo’n 330 km in het binnenland vanuit Freetown en is grotendeels bereikbaar via een geasfalteerde tweebaans snelweg. Onderweg hebben we de brillen afgegeven bij het enige oogziekenhuis van Sierra Leone.
In Makeni eten we iets in een restaurant en daarna rijden we nog een klein stukje via een onverharde weg naar Yele. Dit kleine stukje leggen we in het donker af en duurt een uur vanwege de vele kuilen en stenen in de weg.
Om acht uur ’s avonds is iedereen in het ziekenhuis nog druk aan het werk. We worden ontvangen door de Filipijnse Maria, één van de vier medewerkers die niet uit Sierra Leone afkomstig is. We gaan naar de compound, waar we mogen overnachten en werden ontvangen door Ruud. Hij is een oud-marinier en vertelt ons van alles over Yele, het ziekenhuis en hoe Erdi het had opgebouwd. Om tien uur komen de artsen Jacob, Carolien en Erdi thuis en wordt er gegeten. Ze hebben een giga-drukke maandag gehad met veel operaties.
Dinsdag 24 november.
We staan vandaag om half zeven op en ontbijten met uitzicht op de rivier met een waterkrachtcentrale. Om acht uur is er een meeting in het ziekenhuis voor de mondelinge overdracht, waarna we een rondleiding door het ziekenhuis krijgen van Erdi.
Het ziekenhuis is net gedesinfecteerd vanwege het ebola-virus. Ook moeten de muggennetten nog voor de ramen en moet de waterleiding nog worden gerepareerd, daarna kan het stenen gebouw weer in gebruik genomen worden. Het ziekenhuis is open gebleven tijdens de ebola-uitbraak en vier medewerkers hebben het niet overleefd. De tenten, die voor de patiënten ter beschikking gesteld waren, hebben ze in dit ziekenhuis voor hun eigen patiënten gebruikt. Ze hebben daarvoor gekozen zodat de stervende mensen dan in het koelere ziekenhuis konden liggen. Nu kunnen ze deze tenten blijven gebruiken als extra capaciteit, want ze hoeven niet vernietigd te worden omdat ze niet besmet zijn geweest.
We hebben nog wat kleine cadeautjes in het ziekenhuis uitgedeeld en op de terugweg de sportkleding in kleine dorpjes aan de jeugd gegeven. Onderweg kopen we veel groente en fruit in, want hier op het platteland is het veel goedkoper dan in Freetown.
Woensdag 25 november
We gaan eerst naar de scheepswerf van Holland Shipyards en hier halen we Simon op om met elkaar naar het landbouwproject in Madonki te gaan. Op deze 80 ha (200 acer) werken 200 vrouwen. Er is nog een heel stuk niet bewerkt en een groot deel is beplant met cassave. Cassave is een tweejarige plant die weinig mest en onderhoud nodig heeft.
Vlak voor de ebola-uitbraak hebben ze dit gewas snel gepoot, zodat er toch wat op het land kon groeien zonder dat zij er naar toe hoefden om het te onderhouden.
Het stuk grond waar de mais geoogst is, zijn ze aan het opruimen. Als dit klaar is, kan de trekker weer uit Freetown gehaald worden om weer te kunnen gaan ploegen.
Veel leed is hier geleden, veel doden te betreuren. Toch hebben de vrouwen weer plannen: ze willen bonen, komkommers en mais gaan kweken. En als het kan een kippenschuur bouwen om kippen te gaan houden.
Daarna zijn we naar Mabrown gegaan. Hier is een waterput en een toiletgebouw gerealiseerd en ook is de fundering voor een school gemaakt. Naast deze school is een kippenfarm. We zijn er gaan kijken en de kippenboer zegt ons toe dat hij de vrouwen van het landbouwproject wil helpen. Als zij zover zijn, wil hij tips en adviezen voor het runnen van de kippenfarm geven. Op de terugweg brengen we nog wat materialen, zoals potloden en schriften, bij de wezenschool om zeven uur komen we weer thuis aan.
Donderdag 26 november
Om zes uur vertrekken wij met Simon naar Holland Shipyards om vandaaruit met de boot naar Lungi te gaan. John haalt ons op, maar de accu van de auto en de uitlaat zijn kapot. Overal worden we aangeduwd en we zijn eerst langs de ‘garage’ gegaan om de uitlaat met een stuk fiets binnenband vast te laten zetten.
Met Sam en Josefien zijn we naar de oude projecten gereden in Lungi: naar de waterput die goed gebruikt wordt en ook bezoeken wij het kerkje en het ziekenhuis . Het ziekenhuis wordt nog maar mondjesmaat bezocht, omdat de mensen angst hebben voor ebola. In de kerk zijn ze losse stoelen in plaats van bankjes gaan gebruiken om de besmetting tegen te gaan en iedereen moet zijn handen wassen voordat men de kerk in gaat. Dat geldt ook voor het ziekenhuis dat voornamelijk gebruikt voor bevallingen wordt gebruikt. Wij merkten op dat het ziekenhuis geen douche heeft! Gelukkig zijn ze een douche aan het bouwen en ook de door ons gestuurde zonnepanelen zijn ze op het dak aan het maken. Er wordt vooruitgang geboekt. Marja kan goed het verschil zien met 5 jaar geleden, toen zij er hier voor het laatst was.
Om kwart over vijf is er een gebedsdienst, want de laatste drie dagen van iedere maand vast de gemeente van Lungi en is er aan het eind van de dag een gebedsdienst. Aan het eind van de dienst om zeven uur is er pap en water voor iedereen. ’s Nachts is het erg warm en het slapen alsof het in een sauna is, dat zijn wij niet gewend…..
Vrijdag 27 november
De familie Sessay, Sam en Josefien en kinderen, staan iedere dag om zes uur op om te bidden en een bijbeltekst te overdenken.
De auto is gerepareerd, eigenlijk is hij op, maar een nieuwe kost 6.000 euro. Met Sam en Josefien vertrekken we rond elf uur om langs verschillende basisscholen te gaan. Onderweg passeren we een ebola begraafplaats, die vergelijkbaar is met onze oorlogsbegraafplaatsen.
De basisscholen draaien hier goed; ze halen goede resultaten en hebben gekwalificeerd personeel. Eigenlijk zou de regering nu de salarissen moeten overnemen, want die worden nog steeds door Sam zelf betaald. De aanvraag is gedaan, hiervoor zijn ze met formulieren langs allerlei kantoren gegaan, ook zijn de leges en andere kosten betaald, maar wat blijkt? Alle spullen zijn kwijt en nu moet Sam alles weer opnieuw gaan aanvragen en betalen; dit heet dus corruptie….
We laten geld achter voor de reparatie van de vloer van één klaslokaal. Eén van onze eerste waterputten hier doet het niet goed en Sam heeft inmiddels contact gelegd met Oxford Novib. Zij komen een nieuwe put slaan en zetten daarbij het pompsysteem van de oude put over in de nieuwe. De toiletgebouwen zijn in gebruik, maar alleen het doorspoelsysteem wacht nog op de nieuwe put.
We zijn niet in de gemeente Samuya geweest, maar Sam vertelt dat de waterput in gebruik is en het toiletgebouw is gerealiseerd.
We hebben een gesprek met de oudsten van de zes verschillende dorpen die hun kinderen naar deze school sturen. Zij bedanken Sam en Marja (Thanki, thanki, thanki) en gaven hun de eretitel Chief “Bom Possé”. Marja heet vanaf nu “Jambo Chessie” in Samuya. Een eretitel dus!
’s Middags gaan we naar het ziekenhuis en we mogen de boeken bekijken:
Zaterdag 28 november
Weekend, dus een uurtje later op: zeven uur. We vertrekken naar Freetown omdat we uitgenodigd zijn op de bruiloft van de dochter van Vincent. Om 11 uur gaan we met de pont over, wat bijna een uur duurt. Op de boot is van alles te zien: handelaren, bedelaren, een toneelstuk en veel mensen. Vanaf Holland Shipyards zouden we naar de bruiloft worden gebracht, maar de beide toegangswegen kunnen niet gebruikt worden: roadblocks. Dit zijn ongeplande wegwerkzaamheden die heel gebruikelijk zijn in Freetown en nu dus beide straten afsluiten.
We hebben toen maar alvast de sportkleding in de container uitgezocht die we dinsdag mee willen gaan nemen naar Lungi. Om half drie proberen we met de auto weg te komen, maar het gaat nog steeds niet. Toen zijn we maar met de boot naar de andere kant van Freetown gevaren, waar Simon ons heeft opgehaald. We hebben ons gedoucht en komen om half zeven op de bruiloft aan, die net achter de rug was. De bruid heeft weer haar gewone kleren aan, maar er is nog wel disco. De vrouw van Vincent heeft heerlijk gekookt voor alle gasten. Wij waren wel blij toen er een stroomstoring was kwam en de muziek uitviel waardoor we dus even kunnen praten en geen herrie hebben….
Zondag 29 november
We zijn naar de kerk van Vincent geweest: drie uur duurt deze dienst en er wordt maar weinig gezongen. Na de dienst gaan we met Vincent en Isatu mee. Eerst naar de pleegouders van James, een zoon van Vincent, waar we meteen moeten mee-eten. Daarna gaan we in de sloppenwijk naar het huisje van Isatu waar ze met ons het weinige eten dat ze heeft, wil delen. Een moeilijk dilemma: eten we haar eten op terwijl ze te weinig heeft of eten we niet, waardoor we haar beledigen…. We hebben een paar hapjes gegeten en gezegd dat we vol zaten van het vorige bezoek…. Haar huisje bestaat uit één kamer waar zij slaapt met haar dochter en een ander kind van haar man, dat zij ook onder haar hoede heeft genomen. Er is geen wc en geen douche. Die stonden voor algemeen gebruik beneden aan het water, maar zijn in de laatste regentijd weggespoeld…..
We gaan even met elkaar naar een beurs in het stadion en daarna brengt een taxi ons naar huis.
Maandag 30 november
’s Morgens gaan we met Simon naar Cordaid en daarna naar Artsen zonder Grenzen. Met Cordaid spreken we over extra financiering voor onze projecten, maar dit wordt vanuit Nederland geregeld.
Bij Artsen zonder grenzen vragen we om oude ebola-tenten die gebruikt zijn voor de administratie in de ebolatijd. We hopen dat we die misschien mogen gebruiken bij het vrouwenproject en voor de wezen zodat ze wat extra ruimte hebben om les te geven. (Dit is uiteindelijk niet gelukt….)
Wij beginnen in het Engels, maar al snel blijkt dat zij Nederlands spreekt. ’s Avonds zijn we met het Foundationbestuur gaan eten.
Dinsdag 1 december
Om half negen gaan we naar Hollands Shipyards en daarna zijn we met een volgeladen boot overgevaren naar Lungi. Via een markt waar ze mooie stoffen verkopen, gaan we naar Sam en Josefien. De spullen worden daar door Sam en Josefien uitgedeeld aan de armsten bij hen in de buurt.
Woensdag 2 december
Om twee uur ’s nachts worden we met de ambulance van het ziekenhuis naar het vliegveld gebracht. De ziekenauto moest snel terug want Beatrice, de dochter van Sam en Josefien, was aan het bevallen.
Na vier keer onze handen te hebben gewassen en te zijn getemperatuurd, kunnen we om kwart over vijf vertrekken.
Via Casablanca, waar we nu een overstap van twee uur hebben, komen we weer in Brussel. Hier worden we weer getemperatuurd en kunnen we door naar huis.