Simon Seisay werkt in Freetown in Sierra Leone voor het Nederlandse bedrijf Holland Shipyards. Gisteren zag hij hoe de modderstroom zijn stad verwoestte. Steeds meer komt het besef binnen van de omvang van de ramp. “Het is hier verschrikkelijk, er zijn zo veel mensen die ik niet kan helpen.”
Zelf is Simon (foto) in orde, en zijn huis staat gelukkig ook nog overeind. Toch is hij radeloos, aan de telefoon klinkt hij ontdaan. “Ik ben bang. Niet voor mezelf, maar voor alle mensen die boven op de heuvel woonden. Ik had uitzicht op hun huizen, en van de ene op de andere dag zijn die gewoon weg, alsof ze er nooit hebben gestaan.”
“Er zijn zeker 300 mensen dood, maar hoe hoog dat aantal echt is, weet nog niemand.” Omdat het weer nog erg slecht is en de hulp daardoor niet goed op gang kan komen, is het moeilijk om vermiste mensen te vinden en contact te zoeken met vrienden en familieleden. “Drie van mijn familieleden woonden daar, ik weet niet of ze nog leven. Er woonden ook mensen van mijn kerk, ik heb geen idee hoe het met ze gaat. Een vriend van mij is zijn vrouw en zijn drie kinderen kwijt.”
“Ik luisterde net naar de radio, er is nu al een tekort aan lijkzakken. De ambulances rijden hier af en aan om mensen naar het mortuarium te brengen, maar ook dat is al vol. Het is heel moeilijk voor mensen. Zelfs als ze hun geliefde gevonden hebben en weten dat die is overleden, kunnen ze die geen uitvaart geven, ze kunnen geen afscheid nemen.”
Simon probeert te helpen waar hij kan. “Ik heb gisteren de reddingswerkers geprobeerd te helpen. Het is verschrikkelijk, ze konden de mensen maar nauwelijks uit de modder halen, daar hadden ze de spullen niet voor. Er worden nu nog steeds lichamen uit zee gehaald.”
“Op dit moment zijn er 5000 mensen die geen dak boven hun hoofd hebben.” Die mensen wil Simon vandaag gaan helpen. “Ze hebben geen kleren en geen eten. Dus ik ga zo wat oude kleding voor ze verzamelen. En rijst voor ze koken, zodat ze in ieder geval wat in hun maag hebben.”
Hoe het verder moet, weet hij nog niet. “Mensen zijn wanhopig. We zijn nog maar net van ebola af, en nu gebeurt dit. Bid voor ons, we weten niet wat we moeten doen.”